Het is een van onze favoriete wandelingen met de honden. Of hond. Het gemis van London is nog zo aanwezig. We horen haar onzichtbare pootjes op het beton van de baan, we zien haar herinnering nog wijdbeens lopen op het pad, we kijken nog om naar waar ze niet meer is om te zien of ze ons nog volgt.
Een gevoelige wandeling was het. Met voor het eerst in lang de zon. De blauwe lucht in plaats van het wekenlange grauw en de aanhoudende mist. Hand in hand kiezen we het zandpad richting de rivier. Onder border collie apporteert haar speeltje en draaft op en neer. Er hangt een eerste belofte van lente in de lucht.
De rivier stroomt breed en rustig tot voorbij het dorre riet. Het hoge water glinstert geruisloos. Er zit een jonge man op een bankje, vlak voor het pad weer wegbuigt van het water. Money draaft er heen, met haar speeltje in de bek en gaat met blij zwaaiende staart de vreemdeling begroeten.
“Ik durf het niet te gooien”, bekent de jongeman. Als ik het apportspeeltje van hem overneem en het het pad op slinger zegt hij hoe hij me herkent.
Of ik nog acteer, vraagt hij met referentie naar de verschillende series waar ik in mee mocht spelen. Het gesprek buigt naar hoe ik nu ondernemers en leidinggevenden begeleid met het spreken op professioneel niveau.
. “… maar ik ben laaggeschoold.” En hij kijkt heel even weg naar een plekje in het gras voor hem en vertelt over de problemen die hij had met spreken. Om vervolgens weer met hart en ziel, warm en open het gesprek weer aan te gaan. Ik kan niet anders dan diep respect hebben voor zijn expressieve vertellen. Hoe hij gewerkt heeft naar een resultaat wat me raakt: een mooi timbre, een bijzonder verzorgde taal, een prachtige articulatie en rijk vocabularium. Door mijn achtergrond, was het me meteen opgevallen. Mijn complimenten vallen in de vruchtbare aarde van zijn hart, waar de grond meermaals werd omgeploegd met een scherp snijdend gebrek aan zelfvertrouwen.
Het is een mooi, lief en warm gesprek.
We wensen elkaar het beste. Hij trekt zijn kap over zijn hoofd en geniet van zijn plekje bij het water. Mijn lief en ik wandelen verder.
Laaggeschoold.
Het woord blijft bij me hangen.
Ik denk aan de heerlijke opleiding polyvalent lasser die ik volgde. Ik denk aan mijn jongste broer die loodgieter werd na zijn opleiding geschiedenis. Ik denk aan mijn zus die nu houtbewerking volgt en de knappe meubels die ze maakt.
Laaggeschoold. En hoe hij daarbij even van me wegkeek.
Zichzelf devalueerde. En hoe het een steek in mijn hart gaf.
Hoezo “laag”?!
“Ik loop even terug, “zeg ik aan mijn lief en spurt terug naar het bankje bij het water.
“Je bent pràktisch geschoold”, zeg ik, “niet laaggeschoold.”
Jij kan dingen met je handen. Dingen die instant en meteen verschil maken. Je bent een vakman. Jij hebt handen van goud. Het deed me pijn hoe hij zich zo klein had gemaakt of gevoeld. Hoe hij misschien zo vaak zich minder had gevoeld of hoe vaak hij niet het krediet en de waardering had gekregen die hem toehoort.
Het gezicht van de jongeman wordt een en al glimlach.
De wederzijdse waardering hangt tastbaar tussen ons in.
2 totaal verschillende werelden en een naadloze verbinding.
Want liefde spreekt altijd dezelfde taal.