Als iemand anders minder leuk met jou omgaat, dan met andere mensen, dan vinden we dat niet echt prettig. Het doet ons vragen stellen en het knaagt aan onze band en ons vertrouwen ten opzichte van die ander.
Als je iemand anders twee personen totaal verschillend ziet behandelen, dan strijkt dat tegen onze haren in. Dat voelt niet juist, daar zouden we zelfs wat van zeggen. Een moeder die het ene kind een ijsje geeft en het andere niet: nope, niet leuk. Een man die leuk is tegen de baas, maar de mensen van zijn team afsnauwt moet niet meteen rekenen op onze sympathie.
Meestal is het vrij helder.
We nemen het op voor de kleintjes. We willen graag dat iedereen zijn/haar deel krijgt. We hebben een hekel aan onrecht en scheefgetrokken verhoudingen.
Behalve als het over onszelf gaat.
Als iemand anders minder leuk met jou omgaat, dan met andere mensen, dan vinden we dat niet echt prettig.
Behalve als we zelf die persoon zijn.
Als je iemand anders twee personen totaal verschillend ziet behandelen, fronsen we onze wenkbrauwen. Maar als we onszelf steevast achteraan in de rij zetten of onderbedelen, dan maken we er geen punt van.
Het punt is: als dat in het ene geval aan het vertrouwen knaagt, doet het dat ook in het tweede geval, in de relatie met jezelf.
Want in jouw leven ben jij degene die de beslissingen neemt voor jezelf. En je weet ook dat je jezelf altijd minder geeft dan een ander. Dat je voor een ander de tafel dekt en zelf met een vork in de tupperware prikt. Dat je voor een ander het huis feestelijk maakt, maar voor jezelf… ach. Dat je een ander aanmoedigt om te rusten als ze zich niet lekker voelen, terwijl je jezelf blijft doorduwen om nog een uur vol te maken.
Hoe kan je jezelf vertrouwen, als je steevast beslissingen neemt die vertellen dat jij niet meetelt, minderwaardig bent, die jou onzichtbaar maken?
Het is en blijft zo’n belangrijke vraag , in heel de coaching die ik geef: Als ik een koppel was, was ik dan nog samen?
Liefde wil jou er helemaal bij.
Liefde wil ook aan jou mogen geven.
Liefde wil niet alleen maar jouw handen en hoofd, als een doorgeefluik naar andere mensen. Liefde wil dat het ook bij jou landt.
Toen ik in mijn leven onvrijwillig single werd, heb ik een stevig gesprek met mezelf gevoerd. En toen ik me realiseerde dat een ander niet kan compenseren in wat ik niet bereid ben aan mezelf te geven, heb ik nogal stevig het innerlijk roer omgegooid.
Ik besloot dat als ik ooit een engagement wilde ervaren in de liefde, als ik ooit zou willen dat iemand “ja” aan me zegt, dat ik dan de eerste moet zijn, die “ja” zegt tegen me. Een ander kan niet de perfecte partner voor me zijn, zonder mijn aanwijzingen, zonder dat ik mezelf ken en graag zie. Een ander is er niet om mij op te voeden, heel te maken, te lijmen, … dat is mijn huiswerk.
Dat jaar kocht ik me een ring, als teken van mijn relatie met mezelf. 7 kleine diamantjes vertellen me; ik hou van mezelf , elke dag van de week.
Dit jaar vier ik dat engagement al 9 jaar.
Het is een van de moeilijkste dingen:
Je mag pas aan de ander geven, als je ook bereid bent om aan jezelf te geven.
Je mag geven. Van wat je over hebt. Niet van wat je tekort komt ( of zelf graag wil hebben of nodig hebt).
Wat gun ik je de overvloed
En de liefde.
Ook voor jezelf.